News

Hallo wit publiek! – Oerol interview – Artistiek leider Sabine Pater in gesprek met Dries & de performers

In Dear beloved friend, spelen Nigeriaanse performers, live vanuit Lagos voor het Oerol publiek. Artistiek leider Sabine Pater ging in gesprek met Dries Verhoeven over het maakproces. Via Whatsapp betrok hij performers Ayoola Odubona, Israel Efosa Okpoko, Olorunniyi Zion Praise, Uche Enechukwu en Trois Uche Kingsley Mborogwu van het theatergezelschap Kininso Koncepts waarmee hij samenwerkt bij het gesprek.

 

Sabine: “Wat was je onderzoeksvraag van te voren?”

Dries: “Ik las nieuwsberichten hier in Nederland over een aanstaande Afrikaanse exodus. Door de bevolkingsexplosie en klimaatverandering werden miljoenen migranten uit landen ten zuiden van de Sahara voorspeld. Ik wilde de berichten op waarde schatten. Ik vond de alarmerende toon dubieus en ik erger me er al een tijd aan dat dat publieke gesprek over migratie zo vaak door witte Nederlanders wordt gevoerd. Blijkbaar luisteren we als witte mensen het liefst naar andere witte mensen. In Lagos, binnenkort de grootste stad ter wereld, wilde ik op zoek naar verhalen die die nieuwsberichten zouden staven of tegenspreken. En ik wilde onderzoeken of ik vanuit zo’n droog onderwerp een spannend en aanjagend theaterstuk kon maken.”

Sabine:Is die vraag gedurende het maakproces veranderd?”

Dries: “Nogal! Ik sprak heel veel Nigerianen, maar eigenlijk allemaal reageerden ze laconiek, een beetje lacherig zelfs op de voorspellingen. Nigeria is het grootste herkomstland van Afrikaanse migranten in de westerse wereld, ik verwachtte denk ik miserie. Maar de mensen die zeiden te willen migreren deden dat met opgeheven hoofd, ze wilden ook lang niet altijd naar Europa, eerder naar buurlanden of Canada bijvoorbeeld. Hoe langer ik praatte, des te meer begonnen de Nigerianen zich te interesseren in de Europese blik, in de herkomst van onze paniekerigheid hier. Ik begon ook in te zien hoe vooringenomen – racistisch misschien zelfs – mijn beginvraag was; het frame van Afrikanen als hulpeloze slachtoffers is bij ons zo hardnekkig dat ik het ongemerkt mee het vliegtuig in had genomen. Toen Trois mij vroeg: “Is Europa in een midlifecrisis ofzo?” viel er een kwartje. Vanaf dat moment richtte mijn onderzoeksvraag zich op de manier waarop we in Europa kijken naar Afrika én naar onszelf. Of beter gezegd ónze onderzoeksvraag: want toen was Kininso er al bij betrokken.”

Trois: “In de twintigste eeuw hadden we zoveel ontzag voor Europa, dat is veranderd. Jullie hebben nog steeds de capaciteit van een supernatie, dat zouden jullie kunnen tonen door grote groepen migranten binnen te laten, maar het lijkt alsof jullie je dat niet meer durven te veroorloven. Als je ouder wordt ben je bezig met overleven, in plaats van met leven, als je jong bent ligt dat anders.”

Ayo: “Het grappige is dat, sinds wij erbij zijn betrokken, het werk nu veel meer over Europa gaat dan over Afrika.”


Sabine: “Wat had je je van te voren voorgesteld van het werken in Nigeria?”

Dries: “In alle eerlijkheid; ik was doodsbang. Buitenlandse zaken adviseert het land te vermijden, tenzij voor noodzakelijke reizen. De KLM stewardess vroeg me bij de landing of ik wel een escorte naar het hotel had, terwijl ik gewoon een taxi had geregeld. De omgeving was in alles vreemd voor me, en dat vertaalde zich ook lichamelijk, de eerste dagen durfde ik nauwelijks het hotel uit, ik had nachtmerries. Ook het frame van Afrika als plek om bang van te worden, had zich dus snel meester gemaakt van me.”

Sabine: “Wat was anders dan verwacht?”

Dries: “Ik was niet voorbereid om samen te werken met zulke vrijgevochten en zelfverzekerde film- en theatermakers. In een volkswijk hier werken avant-garde kunstenaars als Uche, die op zoek zijn naar ontregeling en het activeren van de kijker, ze nemen de energie van het leven mee de vloer op, met een veerkracht waar veel Nederlanders jaloers op zouden zijn. Oh, en ik had verwacht dat iedereen met me zou willen samenwerken, zeker voor een Nederlands salaris, maar dat bleek dus echt niet het geval, hoe arrogant kun je zijn? Reality check na reality check.”

Sabine: “Hoe was het om als witte maker in een Afrikaanse context met zwarte makers te werken?”

Dries: “Leerzaam. Het koloniale verleden zit in ons allemaal, hoezeer we die gedachte soms ook uit de weg gaan. Dat zwarte collega’s je als boss aanspreken is heel ongemakkelijk, vooral als ze daar zelf het probleem niet van inzien. Ik liep met veel ongemak rond over mijn eigen witheid en over bijvoorbeeld het Nederlandse geld waarmee we het project financierden, ik voelde me machtig tegen wil en dank. Wat ik leerde inzien is dat mijn ongemak te maken heeft met de ongelijkheid en het debat hier bij óns, niet met de situatie daar. De Nigerianen kennen wel degelijk de exploitatie van bedrijven als Shell, maar niet het racisme van – ik noem maar wat – onze belastingdienst. De relevantie van vragen over ras is dus ook verschillend. Ik wist dat mijn positie als witte maker in Nederland onder een vergrootglas zou komen te liggen, maar voor de performers was dat maar matig interessant.”

Ayo: “Je zou cynisch kunnen zeggen dat Dries het werk maakte om the talk of the town te zijn, of dat hij er geld mee verdient, of dat het tokenism is. Maar de waarheid is dat ikzelf in eerste instantie meedoe aan het project om geld te verdienen. Dus in dat opzicht exploiteren we nog altijd elkaar.”


Sabine: “Hoe is het voor jullie als performers om voor een overwegend wit publiek te spelen?”

Zion: “Zijn er dan alleen maar witte Nederlanders uitgenodigd?”

Dries: “Nee Zion, dit moet ik uitleggen, er is nog steeds overwegend veel interesse in theater vanuit witte Nederlanders, op Oerol is dat nog een tikkeltje extremer.”

Ayo: “Enerzijds voelt het als terugkeer naar de tijd van onze grootouders; wéér kunnen witte mensen hun ogen niet van ons afhouden, maar ik voel ook dat we de macht grijpen in het stuk. De machtsverhouding draait zich om.”

Zion: “Het verschil in huidskleur kunnen we niet weghalen. Jullie publiek dealt met de ruïnes van het verleden, net zo goed als dat wij dat doen. Als erfgenamen van slaven en slavenhouders delen we een geschiedenis van geluk en ongeluk. Mensen van kleur kregen toegang tot medicatie en scholing in ruil voor de diamanten en olie. Onze en jullie voorouders hebben ons opgezadeld met pijn uit het verleden, het verdriet, de zware last van spijt. Soms merk ik schuld en berouw bij het witte publiek. Maar er zijn ook genoeg toeschouwers die meer onverschillig kijken.”

Dries: “Ik vind dat dus heel ingewikkeld, Zion, dat jij het hebt over medicatie en scholing, alsof dat het koloniale verleden ook maar enigszins legitimeert.”

Zion: “Dit soort gesprekken houden nooit op. Je kunt er wijzer van worden, maar het is ook een soort entertainment. Ik vraag me ondertussen af of Europa nog in iets anders is geïnteresseerd dan in de angst voor machtsongelijkheid.”

Sabine: “Zijn jullie anders naar Europa gaan kijken?”

Israel: “Alles dat mooi lijkt heeft een lelijke kant. De gemiddelde Nigeriaan ziet Europa als een soort paradijs, een perfecte plek. Maar als je dichterbij komt zie je hoe ongelukkig of eenzaam sommige Europeanen zijn, wanneer je ziet hoeveel mensen er scheiden of suïcidaal zijn verandert je beeld.”

Trois: “Ik zag Europa altijd als het machtscentrum van de wereld, als een utopische plek waar je al je dromen kunt verwezenlijken, ook als migrant. Nu zie ik dat de macht bij jullie vergelijkbaar is georganiseerd als op andere plekken in de wereld, jullie beschermen net als iedereen gewoon jullie eigen belangen.”

Zion: “Ikzelf hoop ook dat het geluk een dag op mij zal schijnen en dat ik toegelaten word tot jullie wereld. Waarom ik geen toegang heb begrijp ik écht niet, zeker gezien onze gedeelde geschiedenis. Europeanen zouden hetzelfde wensen, lijkt me, wanneer hier in Afrika de bron van technologie en ontwikkeling zou liggen. Mensen zijn van nature onverzadigbaar en nomadisch.”

Ayo: “Mensen beschermen hun veiligheid, iedereen is bang voor het onbekende. We zijn allemaal gevangenen van onze geest. Maar door het project weet ik nu bijvoorbeeld ook dat Europa een goed gevoel voor humor heeft.”

Trois: “Mag ik jou wat vragen, Sabine, wat kan er volgens jou gedaan worden aan de rare manier waarop jullie met migranten omgaan?”

Sabine: “Juist via onze programmering kunnen we veel verschillende verhalen delen. Door met elkaar in contact te komen, onder andere via een werk als Dear beloved friend, denken we dat mensen bewuster worden over de realiteit van de dingen die je leest in bijvoorbeeld de krant. Als festival zit daar onze kracht, en het is zoeken hoe we dat zo goed mogelijk in kunnen zetten.”


Sabine: “Was het überhaupt mogelijk om in gelijkwaardigheid met elkaar te werken?”

Dries: “Je probeert het allemaal heel goed te doen, qua betalingen en werkcondities bijvoorbeeld, maar toch kom je er dan achter dat je geen gelijke startpositie hebt. Ik ken het Nederlandse publiek, de performers niet, nog een reden om me weinig comfortabel te voelen. We begonnen de repetities met het kijken naar video’s van producties uit Nigeria en Nederland, om te begrijpen hoe we kijken en wat ons aanjaagt. We lazen de Nederlandse krant om het publiek te doorgronden. Je wílt niet denken dat jouw theater beter is dan dat van de ander, en toch betrapte ik mezelf soms op paternalisme, betutteling of exotisme. Verschrikkelijk vond ik dat. Met de performers benoemden we die momenten en zo kwamen ze in de voorstelling terecht. We bewogen ons in een mijnenveld, maar wilden daar ook niet weg. Want waar zijn we als we dit soort samenwerkingen uit de weg gaan? Als wíj het al niet kunnen, wat kunnen we dan van politici verwachten?”

Ayo: “Waarin wij als performers een voorsprong hebben is in de emotionele chantage die we kunnen plegen op het publiek. Door de superieure positie waarin Europeanen zich wanen kunnen we ze makkelijk om onze vinger wikkelen.”

Dries: “En hoe is het voor jou als artistiek leider Sabine, om jullie publiek dit te laten zien? Willen ze wel komen denk je, zijn ze er klaar voor?”

Sabine: “Ik vind het bijzonder en ben er trots op dat we hier dit werk kunnen tonen. We hebben wel veel gesprekken gehad over welke en hoeveel context publiek nodig zou hebben om het werk zo goed mogelijk te kunnen interpreteren. Als overwegend wit team zijn we bij Oerol veel bezig met bewustwording van witte suprematie en hoe wat je afkomst is van invloed is op wat je mogelijkheden zijn. En ook hoe we die mogelijkheden juist kunnen inzetten om dingen in beweging te brengen.
We hebben een nieuwsgierig publiek dat graag nieuwe voorstellingen ziet en open staat om hun eigen denkbeelden te bevragen.”

Trois: “Wat denk jij over het project als live verbinding met Nigeria, had je ons liever fysiek aanwezig gehad op je festival, had dat gekund?”

Sabine:” Heel graag had ik jullie ontmoet, dus om die reden had ik jullie hier welkom willen heten! Dan hadden jullie zelf ook kunnen ervaren wat Dries met jullie heeft gedeeld over de context van Nederland, en specifiek van Oerol op Terschelling. Maar, het soort werk dat jullie nu met Dries gemaakt hebben, gaat wat mij betreft juist ook over hoe je op afstand naar elkaar kijkt. En wat het betekent als bepaalde beelden door een kader worden getoond. Maar interessante vraag, ik ga erover nadenken hoe het zou zijn als jullie hier niet via het scherm maar fysiek aanwezig waren geweest.”

Beelden: stills & behind-the-scenes van Dear beloved friend, door Studio Dries Verhoeven & Kininso Koncepts.

Dear beloved friend, van Studio Dries Verhoeven & Kininso Koncepts is van 9 t/m 17 juni dagelijks om 22u30 te zien op Oerol Festival, Terschelling.